Hoe jij voor een groep en voor het individu staat, bepaalt hoe jullie samen doelen bereiken. Om het voor een trainer nog lastiger te maken, dat kan gaan om micro doelen binnen een les maar je houding is ook van invloed op de lange termijn. Jouw lichaamstaal en woorden hebben impact op iedere training en iedereen. Hoe ga je dan bijvoorbeeld om met een veel voorkomend vraagstuk zoals een training die té hard gaat. Die duurloop die door de atleten veel te snel wordt gelopen. Een korte cursus en handig overzicht over een manier om het gesprek te leiden.
Het is een terugkerend probleem. Als trainer heb je een lange duurloop op het programma gezet maar wel een rustige. Later blijkt dat het wel lang was maar de snelheid lag veel te hoog. Voor dit artikel overdrijven we om het punt duidelijk te maken. Te snel trainen kan voor een trainer nadelig uitpakken. Met alle risico’s die daarbij horen zoals vermoeide hardlopers die zich op het moment van de training top voelen maar bij de volgende training nog herstellende zijn. Je wilt als coach en trainer iets opbouwen en niet een training uitvoeren die later in de week tot onverwachte negatieve aanpassingen leidt. Het doet afbreuk aan je geplande opbouwende lijn. De lijn vertoont een dip omdat de hardlopers nog moeten herstellen. Als dat te vaak gebeurt, dan weet je wel dat je niet klaar bent voor de wedstrijddag of een ander gepland doel.
Direct kritiek is niet slim
Meteen kritiek spuien op je hardlopers doet meestal niet veel goeds. De blikken worden afgewend en misschien volgt een voorzichtig ‘sorry’. Bij een volgende training wordt er misschien voorzichtiger getraind maar de lopers zoeken mogelijk ook minder contact met je. Die scherpe kritiek breekt je goede relatie met de groep of met sommigen uit de groep af. Niet fijn, want je wilt met elkaar verder. De weg omhoog. Hoe kun je dan wel een gesprek aangaan? We werken een mogelijk gesprek uit en daarin zal je diverse stappen of fasen herkennen.
De stappen in het gesprek over een té snelle training
- Vraag eerst zonder jouw emoties van kritiek aan de lopers hoe de training ging. Wat zegt je gevoel? Wat zegt de tijd? Wat zegt de intensiteit? Wat deed je als individu in de groep? Wat denk je dat je nodig hebt aan herstel? Viel het je mee of tegen? Je kunt nog meer vragen stellen over gevoel of gevoel in relatie tot tijd en afstand.
- Laat zien dat je hen geobserveerd hebt. Daarmee toon je dat je interesse hebt, je bent betrokken bij de training.
- Achter het snelle gedrag van de groep kan ook de wens liggen om te laten zien hoe hard het wel niet kan. Daarom werkt scherpe kritiek dubbel zo hard omdat je die goede intentie afstraft.
- Ga mee in gevoelens achter het té hoge tempo. Voelde het spannend? Was er een overschot aan energie?
- Ga mee in die gevoelens. Je bent positief over je hardlopers. Energie is goed. Snelheid en de intentie om te ontwikkelen is goed.
- Belangrijk in coaching is vaak dat je toestemming krijgt voor verandering. Anders blijf je ook later tegen een bewust of onbewust ‘nee’ aanlopen. Vraag of je een paar minuten door mag gaan met uitleg over het resultaat van de training of dat ze eerst nog een oefening willen doen (dat kan een optie zijn in bijvoorbeeld koud winterweer).
- Wijs erop dat je de hardlopers wilt helpen en dat je een ontwikkeling ziet die daar niet bij past. Een snelle tijd is prima, dat laat zien dat je gemotiveerd bent en je ambitie hebt. Past dit bij de opbouw die we willen? Stel die vraag aan de groep of aan de hardloper. Tel ja- en nee stemmers. Dan kan je uitleg geven wat de data je vertellen en je gevoel hierover als coach en trainer over de opbouw.
- Vraag of er nog vragen zijn als je klaar bent met je uitleg. Er zitten inzichten in die voor jou standaard zijn maar voor de hardlopers nieuwe inzichten bieden
- Observeer of deze aanpak goed werkt voor je lopers. Wat doet deze aanpak met hen? Wat doet het met jou en heb je daarbij grip op het gesprek?
- Vraag of we het cruciale punt uit de té snelle training hebben aangepakt. Is het probleem de wereld uit?
- Als de training klaar is, schijf voor jezelf op wat er goed ging en minder goed ging. Want iedere groep, iedere atleet reageert net weer anders op de situatie en de gesprekken. Jij als trainer staat op een voetstuk en je wordt goed gevolgd. De manier waarop je reageert is van invloed op iedereen. Daarom is het waardevol om even een korte evaluatie te houden. Kernvragen daarin zijn ‘heb je het goed gedaan’ en ‘wat kon beter in dit gesprek’. Beter nog, bespreek het met een van de andere trainers. Vaak heb je met twee of meer trainers, ook meer oplossingen voor praktische problemen zoals té snelle trainingen.
Auteur: Marc Gerlings
Foto: Chanan Greenblatt via Unsplash