13 september 2017 - Hardlooptrainers zijn gewend om trainingen te geven met weinig poespas. Daarom de andere kant, een pleidooi voor trainingen waarbij je met kleine hulpmiddelen wél de omgeving verandert. Dat heeft zeker een reden. Je verhoogt de attentiewaarde. Krijg je dat voor elkaar dan kan je het leerproces versnellen.
Kwalitatief beter informatie opnemen
Door verandering van de omgeving geef je de prikkel om op te letten een extra boost. Dat kan handig zijn als je denkt dat een plafond in de ontwikkeling bij je groep is bereikt. Hebben veel hardlopers geen zin meer in looptechnische oefeningen of nauwelijks aandacht voor core stability. Door met extra voorwerpen of verandering in het terrein te trainen krijg je wel weer de aandacht vol terug. Je stapt af van gebruikelijke routines en trainingsrondes. Dat opent, soms letterlijk, de ogen bij de lopers. Als je dan de aandacht hebt, kun je een leerervaring versterken of je kunt er voor zorgen dat hardlopers de oefeningen beter opnemen.
Voorbereiden
Goed voorbereiden betekent vaak al meer dan de helft van de succesvolle uitkomst van je training. Denk eerst na wat je als verandering voor elkaar wil krijgen. Daarbij speelt specifiek voor de looptrainer dat je niet veel kunt meenemen. Kleine en lichte hulpmiddelen zijn makkelijker dan grote objecten. Denk bijvoorbeeld aan pionnen, kleine horden, trekparachute, ballen, coördinatie ladder of lampjes. Kennen lopers deze al te goed, bedenk dan hoe je toch weer die aandacht grijpt. Werk bijvoorbeeld met meer kleuren en vlaggen.
Bedenk in de voorbereiding ook wanneer je iets plaatst. Hoe ziet het verhaal van je training eruit? Kom je door de training weer terug naar het clubgebouw waardoor je opnieuw een verrassing aan de hardlopers kunt bieden? En kun je met die nieuwe materialen ook echt de verandering in de leercurve aanzetten?Samenwerken: haal deelnemers uit hun comfort zone
Hardlopers zijn vaak solisten. Ze denken er zelf wel uit te komen. Terwijl je juist leert van interactie met anderen. Moedig daarom in trainingen waarin je echt een leersprong wil maken de samenwerking aan. Kom met trainingsoefeningen waarbij je met twee of drietallen aan de slag gaat. Met de verschillen tussen deelnemers kun je echt laten voelen hoe iedereen beweegt. Voelen, zelf ervaren levert een sterkere leerervaring op dan alleen toekijken. Al snel kun je de besten er tussenuit halen voor een verdieping van de les. Of je haalt hen naar voren als voorbeeld.
Net de interactie, de focus op het samenwerken, zorgt er voor dat de afleiding wegvalt. Hoe meer samenwerking hoe minder afleiding. Dat kan voor jouw trainingen de stap naar het hogere niveau van bewegen betekenen.
Hoe lang?
Hoe lang wil je met materialen de omgeving verrijken? Je kunt de materialen lang gebruiken maar het tegendeel levert soms meer op. Met pionnen kun je korte tijd werken en dan haal je deze weer weg. Wil je de groep lopers toch weer even met hun neus op de precieze bewegingen drukken dan haal je ze weer even tevoorschijn. De korte sessies met de pionnen scherpen de aandacht aan. Tenslotte moet de loper ook zonder die pionnen of andere hulpmiddelen goed bewegen en lopen. De afwisseling kan de juiste balans bieden tussen focus en verbetering.
Wel of geen verbetering?
Tot slot wil je als trainer weten of je trainingen effect hebben. Denk van tevoren na of je het effect kan meten. Kun je verschil in hoogte, afzet of richting meten? Het is voor jezelf en je lopers verhelderend om veranderingen echt vast te stellen.
Door de omgeving te veranderen en de samenwerking aan te gaan raken mensen vaak eerst wat verward. Stel als trainer ook die verwarring vast. Dat laat deelnemers zien dat je verbetering kunt bereiken. Het denkbeeldige plafond dat er mogelijk eerst was, wordt dan in ieder geval afgebroken. Het is dan aan je trainingen of je succesvol de verandering doormaakt.
Foto: Shutterstock