Drie vragen die elke hardlooptrainer zou moeten stellen over echte groei

21 november 2025

Hoe help je atleten reflecteren op hun voortgang zonder dat het gesprek ongemakkelijk wordt? Doelen stellen is eenvoudig maar constructief doelen bespreken vinden veel hardlopers ongemakkelijk. Daarom gaan we in op 3 vragen die wŽl een constructief gesprek in gang houden.

Trainers en coaches kennen het probleem: deelnemers willen vaak niet toegeven dat ze nog niet zijn waar ze willen zijn. Toch is eerlijkheid cruciaal om vooruitgang te boeken in het hardlopen. Met drie eenvoudige, maar krachtige vragen kun je een open dialoog creëren die niet alleen inzicht geeft, maar ook motivatie oproept. Dat is de combinatie die we op het oog hebben. Je wilt voorkomen dat er een sfeer komt 'jij haalt je doel niet en dat is fout'. Je bent met een ontwikkeling en een proces bezig en dan heb je graag een positieve sfeer 'we werken samen aan je doel'.

Sterke vraag: schaal 1 tot 10

De eerste vraag lijkt bijna te simpel: “Op een schaal van 1 tot 10, waar sta je om je doel te bereiken?” 

Toch is dit een gamechanger. Het cijfer biedt een neutraal startpunt. Het voelt minder confronterend dan vragen als “Ben je tevreden?” en het geeft ruimte voor nuance. Een deelnemer die zegt “Ik zit op een 6” opent de deur naar een gesprek over wat die 6 betekent – zonder dat jij als trainer hoeft te oordelen.

Wat reken je mee?

Belangrijk is hoe je reageert. Vermijd je eigen interpretatie en toon nieuwsgierigheid.

De tweede vraag verdiept het inzicht: “Wat reken jij mee in die schaal?”

Hiermee vraag je naar de persoonlijke criteria van de deelnemer. Voor de één is een 7 misschien “ik doe het goed, maar wil nog groeien”, terwijl het voor een ander betekent “ik ben bijna klaar”. Door deze vraag te stellen, ontdek je wat voor hen belangrijk is – en waar ze invloed op hebben. Plus, de trainer denkt misschien 'je moet meer km's' lopen en de hardloper telt in de 10-puntsschaal 'het is tijdelijk extra druk op het werk'. Vraag hoe iemand de schaal beleeft.

Leg uit dat er geen goed of fout is. Het gaat om hun eigen definitie van ontwikkeling. Dat haalt de druk weg en houdt het gesprek open.

Wat draagt bij aan je ontwikkeling?

De derde vraag verlegt de aandacht naar het positieve: “Wat heeft tot nu toe bijgedragen aan je succes?”

Zelfs bij een laag cijfer is er altijd iets dat goed ging. Door dat expliciet te benoemen, geef je energie en vertrouwen. Vraag door: “Welke acties of keuzes hebben je geholpen om hier te komen?” en “Wat wil je blijven doen?” Zo bouw je voort op kracht in plaats van tekort.

Deze drie vragen doen meer dan meten. Ze normaliseren het proces van groei, maken ruimte voor inzicht en richten de blik op vooruitgang. Voeg daar een toekomstgerichte vraag aan toe – “Wat zou je kunnen doen om één seconde sneller te worden?” – en je hebt een gesprek dat motiveert. Kortom Met een schaal, een blik op persoonlijke criteria en een focus op successen creëer je een veilige, constructieve dialoog. Niet door te oordelen, maar door nieuwsgierig te zijn. Dat helpt bij goed coachen.

Deel dit artikel