Dat valt bij menig coach nog zwaar om met social distance optimaal trainingen te geven. Het kan maar het vraagt van de coach om nieuwe eigenschappen te leren. Kijk goed naar de formule OTHS: omgeving, trainingsopdrachten, mogelijke hulpmiddelen en je sporters.
Wat we vooral zien in de praktijk is dat veel trainers gewend waren om dicht op hun hardlopers te staan. Met name bij uitleg over techniek of over voetplaatsing en -landing gebeurde vaak dicht op de sporter. Dat kan niet want er moet 1,5 meter tussen zijn. Dat vraagt om nieuwe skills van jou als coach.
Beter onder woorden brengen
Leer jezelf aan om nog beter dan vroeger uitleg te geven over de oefeningen of de houdingen. Zelf ben je vaak ook niet het ideaalbeeld in de houdingen. Je bent zelf niet het perfecte model voor oefeningen. Daarom wordt het nog belangrijker hoe je de oefeningen onder woorden brengt. Uitleg als: “je moet iets meer zo doen”, met wat vage handgebaren erbij komt niet aan. Wat precies? Welke gewrichten, verhouding van gewicht, spieren? Gebruik de juiste woorden want die overbruggen de afstand.
Je kunt ook een hardloper nemen als voorbeeld waarvan je als coach vindt dat hij of zij het erg goed doet. Je kunt dan ook aangeven hoeveel procent het goed gaat. 80% of 90% en wat is dat laatste stuk dat nog verbeterd kan worden. Vraag ook of jouw hardlopers dat ook zien.
Zet lijnen en scheidingen uit
Bij hulpmiddelen is het belangrijk om voldoende afstand te houden. Bij een atletiekbaan worden slechts 3 banen gebruikt en de tussenliggende banen worden overgeslagen. Nog belangrijker wordt het vermijden van contact met trainingshoedjes, relingen, horden en andere hulpmiddelen die je gebruikt. Werk oefeningen uit die dat contact vermijden.
Train je buiten, kijk dan of je ook scheidslijnen kunt opzetten zodat je lopers makkelijker hun positie in de publieke ruimte herkennen. Het helpt dan om trainingshoedjes mee te nemen. Die zijn licht, makkelijk te verplaatsen en maken snel een denkbeeldige lijn of bocht duidelijk.
Vermoeide lopers
Als de training vordert, worden je lopers meer vermoeid. De coördinatie wordt lastiger. Dan is het als trainer zeker opletten dat lopers elkaars paden niet doorkruisen. Houd zelf energie over om ook op het einde van de training scherp te blijven. Technisch lastige oefeningen kun je daarom beter aan het begin van de training geven.
Vertellen of visueel maken?
Even nakletsen kan natuurlijk altijd. Eigenlijk is dat ook nodig zodat je feedback op je training krijgt. Dan is de sfeer losser en wordt wat makkelijker de 1,5 meter regel vergeten. Blijf duidelijk maken als trainer dat 1,5 meter afstand nodig is. Soms hoef je dat niet te vertellen maar maak je het visueel met een 1,5 meter cirkel om je heen.
Hoe staan je mensen er in?
Tot slot, er bestaat geen blauwdruk voor deze periode. Bij iedere vereniging of loopgroep zijn de omstandigheden anders en de mensen. Net die sociale kant is belangrijk. Mensen willen elkaar weer graat ontmoeten en samen genieten van hardlopen. De een zal makkelijk omgaan met de 1,5 normaal van deze tijd en de ander voelt zich er nog niet veilig in maar wil wel sporten. Maak als trainer duidelijk dat je werkt aan de veiligheid van de groep en daarmee aan de veiligheid van de maatschappij. Geef ook de sporters die zich nog niet veilig voelen toch een veilige hardloopomgeving. Soms leidt die discussie of verschil in ervaring van de regels tot meer debat dan wat je als oefeningen geeft.
Veel succes met het nieuwe normaal en we zijn benieuwd naar jullie ervaringen.