Mentaal spel van progressie

19 augustus 2021

Uit onderzoek in marketing en reclame is bekend dat als een commercial als te eng wordt ervaren een consument juist mentaal afscheid neemt van dat product of die dienst die wordt aangeboden. Bij trainingen gebeurt iets soortgelijks.

Het is zo verleidelijk om als trainer een stevige ambitie neer te zetten. 'Volgend jaar ga je 5% sneller op de halve marathon', roept de trainer. Als trainer zie je dat nog als acceptabel. Vijf procentjes, dat is hard werken maar dat moet toch wel lukken? In de mentale kant van je loper speelt zich op dat moment iets anders af. 'Wacht even, ik zat dicht tegen mijn persoonlijk record aan en dat was knetterhard werken. Nu wil de trainer dat ik 5% sneller ga. Ok, ik heb ongeveer een jaar om er naartoe te werken. Nee, echt niet. Dat gaat niet lukken.' De hardloper neemt mentaal afscheid van de boodschap van de trainer. Het is te overweldigend. De boodschap zit boven een acceptatiegrens.

Iedere hardloper weet na een paar jaar dat winst en progressie in het hardlopen met kleine stapjes komt. Zomaar ergens 5% bij optellen is een grens die opeens te ver gaat. Je verliest daarmee je connectie met je hardloper. Het zijn mooie woorden om uit te spreken maar het kan risicovol zijn voor jullie beiden. Je moet samen door. Samen kom je tot verbetering, vernieuwing. Een coach moet daarom letten op de verbinding die intact blijft.

Als progressie in kleine stappen gaat, waarom bied je dan niet progressie in kleine stappen aan? Geef aan dat een loper geknokt heeft voor een bepaald doel (vaak een snellere tijd). Vraag naar erkenning dat er winst te behalen valt. Dan sta je er als trainer niet alleen voor. Dat maakt de energie uit motivatie los en daarmee kun je een start maken. Dat is punt één. Punt twee zit het opdelen naar verschillende doelen.

Te makkelijk wordt gedacht aan een snellere eindtijd op een bepaalde afstand, bijvoorbeeld voor een halve marathon. Dat is een té complexe opgave. Een succesvolle halve marathon bestaat uit heel veel kleine radertjes. Werk aan de radertjes. Deel het bijvoorbeeld op naar het deel dat je aan snelheid geeft. Stel je geeft regelmatig een fartlek met 8 x 30 seconden snel gevolgd met tussendoor 30 seconden rustig duurlooptempo. Kunnen die 8 x snel dan meer meters bevatten? Kwantificeer het en pas het toe in de trainingen. Zo kun je heel veel kleine onderdelen toespitsen op het bereiken van kleine haalbare winst.

Als die kleine onderdelen winst opleveren, vier het. High five, perfect gedaan. Want die kleine winsten gaan met elkaar heel veel doen. Wie weet haalt het toch die 5% winst die je als coach toch maar niet hebt uitgesproken maar wel meeweegt in het trainingsprogramma.

Auteur: Marc Gerlings

Deel dit artikel