Hardlopen naar alle richtingen

21 oktober 2021
Stevige, atletische wendbaarheid is zeker een bouwsteen voor gezonde sportbeoefening.

Bekruipt je ook wel eens het gevoel dat je als trainer je lopers teveel naar een kant stuurt en dat is rechtdoor? Maar de finish ligt toch aan het einde van de afstand, hoor ik je denken. Goed trainen omvat meer dan alleen maar een loper op pad sturen omdat hij de finish moet bereiken. Met wendbaarheid bereik je meer dan alleen recht vooruit en zo hard mogelijk lopen.

Goed atletisch vermogen, daar heb je een ander beeld bij dan zo hard mogelijk rechtdoor vooruit rennen. Alle respect voor de lopers die lange afstanden lopen. Het is voor het atletisch vermogen van alle lopers goed als ze ook wendbaar zijn en meer dan uitstekend alle kanten op kunnen bewegen. Je verbetert de motorische vaardigheden van je lopers als je bij iedere training loopoefeningen laat doen die hen vaak van richting laten veranderen. Het lokt onder meer een beter reactievermogen uit.

Hardlopen, heel veel kilometers dezelfde kant op heeft ook een negatieve kant. Hardlopen is toch al een sport van de vele herhalingen en dat is niet prettig voor de belasting van het menselijk lichaam. Herhaling lokt overbelasting uit. Afwisseling is meestal het juiste antwoord daarop.

Krijt de sprintladder

Leg de sprintladders uit en als je die niet hebt, zet met krijt een ladder op de stoeptegels. Laat je lopers alle kanten op bewegen. Dat kan bijvoorbeeld met een hoge kniehef, met extra dribbelpasjes of je laat hen juist over de vakken springen. Tenslotte werken sprongen heel goed om explosiviteit maar ook kracht te versterken. Ook al bestaat je trainingsgroep louter uit marathonlopers die alleen op strak asfalt hun wedstrijden afwerken, het is altijd goed als een atleet een sprong kan maken als er voor hem iemand valt.

Heb jij lopers die sterk zijn in sprintladders of shuttle run testjes? Dan zijn zij waarschijnlijk ook minder in de lappenmand van de blessures. Oefeningen waarbij je alle kanten op rent, stimuleren pezen en ligamenten om alle kanten op sterker te worden. Aanhechtingen worden sterker. Natuurlijk kan er altijd iets gebeuren wat ook de sterke aanhechtingen teveel is maar deze lopers kunnen tegen een stootje. Vaker andere richtingen op lopen, rennen of springen helpt bij de blessurepreventie. Dat is net een onderdeel dat in ieder trainingsschema zou moeten staan. Een van de vaste onderdelen voor een trainer is dat een loper zo veilig mogelijk zijn sport beoefent. Stevige, atletische wendbaarheid is zeker een bouwsteen voor gezonde sportbeoefening.

Dit sluit ook weer aan bij de groeiende populariteit van de trails. Een trailloper moet zich thuisvoelen op een heuvel met kuilen, plassen, stenen, takken, modder en zand. Hij of zij moet makkelijk kunnen wegspringen, balans houden, snelheid minderen of net die extra afzetpower ontwikkelen om veilig over de route te gaan. Atletische beweeglijkheid zit dan in de kerncompetentie van deze loper. Het is tijd dat trainers dit doorvertalen naar hun wekelijkse trainingen.

Agility als huiswerk

Oefeningen waarbij lopers hun beweeglijkheid kunnen trainen kunnen makkelijk mee in de huiswerkopgaven. Stoeptegels zijn eigenlijk mini-trainingladders. Laat hen stappen, springen en draaien op en rondom de tegels. Je kunt heel veel ontwikkelen aan oefeningen die je lopers kort weer de prikkel geven om het atletische vermogen te onderhouden of versterken.

Wil je het wetenschappelijk onderbouwen naar je hardlopers? Zie dan dit mooie onderzoek over agility.

Deel dit artikel