Je staat als trainer voor een groep en dan wil je toch heel graag dat de kennis die je overbrengt ook blijft hangen. Daarvoor zochten we een aantal tips bij elkaar.
Warming-up, kern van de training, cooling-down en na afloop vooral even gezellig kletsen. Zo ziet in een grote lijn de hardlooptraining er meestal uit. Dat is een tijdspad en heel functioneel maar het zegt niets over de kennis die blijft hangen bij je hardlopers. Dat kan over feitelijke kennis gaan maar ook over kennis die hardlopers opslaan in hun lichaam door het volgen van oefeningen. Door goed te onderwijzen op technische oefeningen weet een hardloper later ook goed die oefening te reproduceren. Het is daarom extra interessant om kwaliteit mee te geven aan hoe je de stof overbrengt. Bij Hardlooptrainers Nederland hechten we veel waarde aan didactiek. Op deze plek heb je geen zin om heel diep in de didactiek te duiken maar een paar licht verteerbare tips zijn vast wel welkom. Daar gaan we.
Check na 10 tot 15 minuten
Je plant een training en die voer je van de eerste tot en met de laatste minuut uit. Die volgorde zit er stevig ingegoten bij trainers en coaches. Je gaat altijd door. Maar niets houd je tegen om terug te grijpen op wat je eerder in de training aan kennis en oefeningen hebt aangeboden. Stel je hebt een advies gegeven over voeding voor de komende week. Bijvoorbeeld, de zomer is begonnen met een aantal warme dagen en denk daarom aan tenminste aan het drinken van een extra glas water vooraf aan de volgende training. Je hebt ook uitgelegd waarom. Ondertussen ben je verder gegaan met de training en zit je in de kern. Vraag na 15 minuten aan je hardlopers 'Hoeveel moet je volgende week extra drinken vooraf aan de training als we dezelfde hoge temperatuur hebben'. Er kan een 'euh' volgen of een perfect antwoord. Je weet dan waar je aan toe bent als trainer. Het brein wordt weer geactiveerd om terug te grijpen naar wat verteld is. Die kleine herhalingen slijpen de kennis er dieper in. Je kunt deze toepassing voor bijna alles gebruiken. Ook technische oefeningen kun je weer even naar voren laten komen. Soms zelfs met verrassend effect. Je lopers reageren er op en denken niet meteen helemaal na over alle technische stapjes van die oefening. Het hoofd is even uitgeschakeld. Dat kan bij sommigen helpen om sneller de oefening te beheersen.
Groot doel - klein doel
Doelen zijn heerlijk om naartoe te werken. Hardlopers vinden het fijn om die stip op de horizon te hebben. Zo een concrete opdracht daar zetten ze graag hun tanden op in. Herkenbaar? Waarschijnlijk wel. Diezelfde functie van een doel kun je ook op heel klein niveau zetten. Je kunt een doel voor een training maken en je kunt het nog kleiner maken voor het doel om een deel van een technische oefening te beheersen. Benoem net iets meer doelen en je hardlopers willen die graag aanpakken. Het levert voor jou als trainer ook een ijkpunt op. Stel de helft van de 15 hardlopers krijgt de deelbeweging van de technische oefening niet voor elkaar, dan weet je dat je er volgende week ook aandacht aan moet schenken. Als je het niet duidelijk tot doel hebt bestempeld, laat je het gewoon passeren.
Even op adem komen
Kan een hardloper kennis opnemen als hij of zijn met een torenhoge hartslag net tot stilstand komt? Nee, de energie is nodig om weer in balans te komen. Het brein kan nu weinig oppikken. De meeste hardlopers zijn na een intensieve inspanning weer na 3 minuten hersteld. Vraag even eerst, "weer helemaal bijgekomen? Dan wil ik nog graag iets met jullie delen." Aha, dan letten ze op.
Echt belangrijk? 80-20 regel
Weet je wat je als trainer écht belangrijk vindt om door te geven voor de komende training? Bedenk dan dat iemand na een dag al ongeveer 80 procent van de cognitieve kennis is vergeten. Hoe dat zit met door lichamelijke oefening geleerde kennis is nog niet duidelijk. Om het in het Engels te verwoorden 'pick your battles' en bedenk vooraf welke punten je echt wilt overbrengen. Wat wordt jouw 20% die na de training echt blijft hangen?